Het is zo begrijpelijk. Je kind is moe, jij bent moe, de dag zit vol prikkels en je wilt gewoon even een momentje voor jezelf. De tv lijkt dan een uitkomst. Even een filmpje aan, zodat jij kunt koken, opruimen, of gewoon ademhalen.
En soms werkt dat ook… even. Tot je merkt dat je kind na dat filmpje eigenlijk alleen maar drukker is geworden. Mopperig. Sneller overstuur. Afwezig. Of juist overactief. Mede afhankelijk van het type film waar ze naar mogen kijken.
Herkenbaar?
We leven in een tijd waarin schermen overal zijn. En toch is het goed om ons af te vragen: wat doet het écht met jonge kinderen? Niet met het vingertje, niet met schuld of schaamte — maar met liefdevolle nieuwsgierigheid. Omdat het ons allemaal overkomt. En omdat het ons ook iets kan leren.
Fysiek: het lichaam raakt gespannen in plaats van ontspannen
We denken vaak dat een kind op de bank ‘lekker rustig’ zit. Maar achter die schijnbare rust gebeurt van alles in het lijf. De ogen moeten razendsnel schakelen tussen beelden, de hersenen krijgen amper pauzes tussen prikkels door, en de spieren spannen zich vaak ongemerkt aan.
De tv zorgt niet voor fysieke ontspanning, maar eerder voor een soort bevroren staat: stil aan de buitenkant, maar alert en overprikkeld vanbinnen (Sigman, 2012).
Neurologisch: de hersenen lopen over
Jonge hersenen zijn volop in ontwikkeling. Ze leren prikkels te filteren, emoties te reguleren en aandacht vast te houden. Schermen werken hierin vaak verstorend. De snelle wisselingen, felle kleuren en harde geluiden overspoelen het brein.
Een kind dat tv kijkt, krijgt zelden de kans om wat hij heeft meegemaakt die dag rustig te verwerken. En juist dát is nodig voor groei en balans (Christakis et al., 2004).
Emotioneel: onzichtbare ballast
Veel kinderprogramma’s zijn hectisch, spannend of vol onderhuidse emoties. Voor een kind is het lastig onderscheid te maken tussen fictie en realiteit. Wat ze zien, beleven ze in hun lijf. En ze nemen het mee. Zonder dat ze het zelf begrijpen.
Na een ‘rustig filmpje’ kan je kind plotseling boos worden of huilen zonder duidelijke reden. De emotionele lading van het scherm is dan nog niet gezakt. En dat merk je.
Energetisch en lichaamsgericht: het kind ‘verdwijnt’ een beetje
Misschien herken je dit als je zelf gevoelig bent voor energie: een kind dat lang naar een scherm heeft gekeken, voelt anders aan. Afwezig, onrustig, minder geaard. Het is alsof de energie een beetje ‘weg’ is uit het lijf. Alsof ze zichzelf verlaten hebben.
In lichaamsgericht werk zien we dit vaak als een vorm van dissociatie. Niet bewust, niet ernstig, maar wel belangrijk. Want een kind leert zich reguleren via het lijf. En daar moeten ze dan wel in zijn.
Wat dan wél? Rust zonder scherm
Het klinkt zo eenvoudig, maar vraagt soms best wat van ons als ouder: aanwezig zijn, afstemmen, meebewegen. Maar de winst is enorm. Hier zijn een paar alternatieven voor ‘tv-tijd’ die wél ontspanning en verbinding brengen:
- Een rustig hoekje maken met kussens, knuffels, een dekentje en een boek. Geen verwachtingen, alleen samenzijn.
- Samen kleien, tekenen of rommelen. Activiteiten waarbij het lijf in beweging blijft en het hoofd mag ontspannen.
- Dansen! Muziek doet het heel goed. Ook al is het fysiek meestal niet rustig, het werkt heel kalmerend, je maakt contact met elkaar en het kind ook met zijn of haar lichaam. Je kan natuurlijk ook langzaam met elkaar dansen op een langzaam ritme van de muziek en hier een spel van maken (nadoen van een dier bijvoorbeeld).
- Trampolinespringen of schommelen.
- Een voetenbadje, massage of gewoon liggen met een hand op hun buik. Meestal niet voor de actieve kinderen en ouders weggelegd ;).
- Luisteren. Niet praten, niet sturen, maar gewoon luisteren naar wat je kind laat zien of zegt.
- Een wandeling op blote voeten, in de tuin, door het huis, op het tempo van je kind.
Ja, het kost wat meer tijd. En aandacht.
Maar je krijgt er een kind voor terug dat meer bij zichzelf is. En jij ook. Je kind zal júist door de verbinding die je hebt gemaakt, rustiger zijn, makkelijker alleen spelen en vaak nog liever samenwerken met je.
En als je wél kiest voor tv?
Soms wil of kun je niet anders. En dat is oké. Dan is het waardevol om bewust te kiezen wanneer je een schermmoment aanbiedt:
- Kies liever niet aan het begin van de dag. Het zenuwstelsel is dan nog ontvankelijk en gevoelig, en een overprikkelde start kan de toon zetten voor de rest van de dag.
- Laat het scherm bij voorkeur niet vlak voor het slapen gaan aanstaan. Het blauwe licht en de intense prikkels kunnen het inslapen bemoeilijken — ook al lijken ze “moe” daarna.
- Kijk naar je kind: Is hij of zij overprikkeld, gespannen, verdrietig of druk? Dan lijkt een filmpje misschien een goede oplossing, maar het werkt vaak averechts. In zulke momenten is regulatie via contact veel effectiever dan via een scherm.
- Kies voor rust en natuurlijk. Een natuurfilm heeft, uiteraard, natuurlijke prikkels en is daarmee al veel geschikter.
Het gaat er dus niet alleen om of je tv inzet, maar vooral hoe bewust je dat doet.
Laten we het samen doen
Ik schrijf dit niet omdat ik het ‘beter weet’. Ik schrijf dit omdat ik het herken. Ook bij mezelf. Ook in mijn gezin. En omdat ik zie wat het verschil is, als je kiest voor verbinding. Niet perfect, niet altijd — maar wel bewust.
Gun jezelf en je kind die zachtheid. En jou, als ouder.
Lees ook binnenkort mijn artikel over smartphone gebruik bij jonge kinderen en pubers.
Literatuur
Christakis, D. A., Zimmerman, F. J., DiGiuseppe, D. L., & McCarty, C. A. (2004). Early television exposure and subsequent attentional problems in children. Pediatrics, 113(4), 708-713. https://doi.org/10.1542/peds.113.4.708
Linebarger, D. L., & Walker, D. (2005). Infants’ and toddlers’ television viewing and language outcomes. American Behavioral Scientist, 48(5), 624–645. https://doi.org/10.1177/0002764204271505
Sigman, A. (2012). Time for a view on screen time. Archives of Disease in Childhood, 97(11), 935–942. https://doi.org/10.1136/archdischild-2012-302196Vandewater, E. A., Bickham, D. S., & Lee, J. H. (2006). Time well spent? Relating television use to children’s free-time activities. Pediatrics, 117(2), e181-e191. https://doi.org/10.1542/peds.2005-0812