fysieke en emotionele verwerking bij vallen

Wanneer een kind valt: het belang van ruimte geven aan fysieke en emotionele verwerking

Leestijd: 2 minuten

(Onderbouwing vanuit lichaamsgerichte therapie, neurowetenschap, polyvagaaltheorie en traumawetenschap)

Fysiek: het lichaam wil ‘afmaken wat het begonnen is’

Wanneer een kind valt, en dit geldt ook voor onszelf, schiet het lichaam onmiddellijk in een stressreactie: spieren spannen aan, het hart slaat sneller, het zenuwstelsel schakelt over op vechten, vluchten of bevriezen (Porges, 2011). Als een kind dan direct wordt opgetild of gerustgesteld met “Stil maar, het is niks,” wordt het natuurlijke herstelproces – de biologische impuls om spanning af te voeren – onderbroken.

Peter Levine, grondlegger van Somatic Experiencing, stelt dat wanneer deze vecht-/vluchtenergie niet kan ontladen, deze ‘bevriest’ in het zenuwstelsel en op termijn tot chronische stress of psychosomatische klachten kan leiden (Levine, 1997). Het lichaam zoekt namelijk naar completering van de beweging die werd ingezet. Daarom zie je kinderen vaak na een schrikreactie trillen, huilen of wiebelen – dit is een zelfregulerende ontladingsreactie. Zoals ook voor volwassenen (Levine, 2010).

Neurologisch: de noodzaak van co-regulatie i.p.v. overname

De polyvagaaltheorie van Stephen Porges laat zien dat een kind bij een val eerst terugvalt in een overlevingsmodus (dorsale vagus of sympathisch systeem), waarna het weer kan reguleren via sociale verbinding (ventrale vagus). In plaats van meteen op te tillen of gerust te stellen (“Je hoeft niet te huilen”), is het krachtiger om nabij te zijn, contact te houden en ruimte te geven. Daarmee bevestig je de veiligheid zonder het verwerkingsproces te storen.

Psychisch en energetisch: ruimte geven aan expressie voorkomt ‘bevriezing’

Emotioneel gezien leert een kind via dit soort ervaringen dat emoties er mogen zijn en dat het lichaam vertrouwd is. Onderdrukte emoties zetten zich vaak vast in het lichaam en kunnen leiden tot patronen van ‘moeten volhouden’, controle houden of dissociatie (Van der Kolk, 2014). Als deze spanningen niet verwerkt worden, kunnen ze onbewust gedrag gaan aansturen – zoals vermijdingsstrategieën, overmatig aanpassen of agressieve reacties.

Energetisch gezien (zoals binnen de Chinese geneeskunde of energetische therapieën) wordt spanning die niet stroomt als een blokkade in het energieveld gezien, wat effect heeft op fysieke én emotionele balans.

Traumaperspectief: ‘kleine’ ervaringen kunnen impact hebben

Het gaat niet alleen om de ernst van de gebeurtenis, maar vooral om hoe het lichaam het ervaart (Mate, 2022). Een ogenschijnlijk kleine val kan, als het kind in dat moment geen steun ervaart voor zijn gevoel en reactie, bijdragen aan een groter patroon van niet-gehoord of niet-gevoeld worden. Dat kan zich later uiten in terugkerende emoties, angst, onzekerheid of lichamelijke klachten.

Wat kun je dan wél doen?

  • Wees aanwezig zonder over te nemen: ga op ooghoogte zitten, wees kalm.
  • Laat het kind zelf opstaan als het kan: dit helpt het kind zijn eigen kracht te voelen.
  • Ondersteun de ontlading: huilen, trillen, schudden of vertellen zijn gezonde reacties.
  • Vertrouw op het lichaam: het weet wat het nodig heeft om spanning te verwerken.
  • Reflecteer pas later (als het kind wil): “Je schrok hè? Wat voelde je toen?”



Literatuur

  • Levine, P. A. (1997). Waking the Tiger: Healing Trauma. North Atlantic Books.
  • Levine, P. A. (2010). In an Unspoken Voice: How the Body Releases Trauma and Restores Goodness. North Atlantic Books.
  • Maté, G. (2022). The Myth of Normal: Trauma, Illness & Healing in a Toxic Culture. Avery.
  • Van der Kolk, B. A. (2014). The Body Keeps the Score: Brain, Mind, and Body in the Healing of Trauma. Viking.
  • Porges, S. W. (2011). The Polyvagal Theory: Neurophysiological Foundations of Emotions, Attachment, Communication, and Self-regulation. W. W. Norton & Company.

Een reactie plaatsen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *